Onder werk vallen de instructiemomenten en de blokperioden, waarin kinderen zelfstandig met het werk bezig zijn.

Wereldoriëntatie: Kinderen leren om te gaan met de wereld om hen heen, de mensen dichtbij en verder weg, met vragen rond de zin van het leven en de wereld. Dat doen ze door vaak de school uit te gaan en omgekeerd, de wereld in de school te halen: de mensen en de dingen. Te luisteren naar verhalen, door zelf waar te nemen en te experimenteren, zelf vragen te stellen en op zoek te gaan naar antwoorden in het documentatiecentrum en bij mensen met kennis en ervaring. De kinderen zijn, kortom, ontdekkend en onderzoekend bezig, vaak in de vorm van projecten. Zodoende wordt de wereld steeds groter en ruimer en leert het kind zelf een mening te vormen.

Cursus, waaronder stilwerkperiode: de groepsleider legt uit. Het kind neemt op en voert uit wat opgedragen wordt. Een ander kenmerk van cursussen is de opbouw, die een doorgaande lijn vertoont, dit zowel t.a.v. de leerstof als de didactiek. Dit hoeft niet in te houden dat alle kinderen in hetzelfde tempo die lijn volgen. In de meeste gevallen wordt op het Vlinderbos het tempo aangepast aan de mogelijkheden van de kinderen. Een derde kenmerk van cursussen is het verplichte karakter ervan. Voor alle cursussen geldt dat deelname van alle kinderen hieraan in principe verplicht is. Omdat in deze cursussen het grootste deel van de leerstof opgenomen is die aansluiting met het Voortgezet Onderwijs garandeert. Een hoog rendement van de leertijd ontstaat door een goede en moderne (dus afwisselende) instructie aan kinderen.

Bekijk voor een uitgebreide uitleg ook de schoolgids: